

Opinie: Ook atheisten houden van andere mensen
Opinie: Ook atheisten houden van andere mensen
In een opiniestuk in de Volkskrant op 25 juli heeft Reinout Wibier kritiek op atheïsten. Ze hebben slechts oog voor negatieve aspecten van religie én bovendien heeft wetenschap ook negatieve kanten. Voorzitter Boris van der Ham: ‘Wibier maakt een karikatuur van de leegheid van atheïsme en de volheid van religie. Laat ieder mens – orthodox, vrijzinnig, gelovig of atheïst – in vrijheid van elkaars inspiratiebronnen gebruik maken. “
Door Boris van der Ham
In zijn artikel tegen atheïsme toont Reinout Wibier zijn liefde voor religie. Hij ergert zich aan de atheïstische reflex in de wetenschap die religieuze gevoelens weg zou lachen, of alleen de negatieve aspecten benadrukt. Maar, zo werpt Wibier tegen: ook de wetenschap heeft negatieve aspecten. Immers, ‘waren het niet natuurkundigen die de atoombom hebben uitgevonden?’
Wibier stelt dat er meer waardering moet komen voor de mooie aspecten van religie als ‘bron van beeldende kunst en muziek’, voor de Bijbel als ‘onuitputtelijke bron van wijsheid’ en voor het vrijwilligerswerk dat mensen vanuit de kerk doen.
Het is verleidelijk om dit pleidooi met verontwaardiging te beantwoorden. De vergelijking die hij trekt tussen wetenschap en religie is namelijk zeer betwistbaar. De wetenschap is nou juist het terrein waar alles per definitie ter discussie moet worden gesteld, en waar een open houding naar nieuwe inzichten voorop hoort te staan.
In religie wordt juist de eeuwigheid van waarheden benadrukt. Dat is mooi als het over zachte waarden als liefde en vergeving gaat, maar het wordt gevaarlijk als orthodox-religieuzen de eeuwigheid van agressieve dogma’s verdedigen.
Wat wel klopt aan het verhaal van Wibier is dat mensen behoefte hebben aan samenbindende verhalen. Er is prachtige kunst voortgekomen uit religieuze inspiratie. Maar wie ontkent dat? Zelfs een felle atheïst als Richard Dawkins zegt in vervoering te raken door kerkelijke muziek.
Het is ook juist dat de menselijke behoefte aan samenhang, schoonheid en reflectie niet per se bevredigd hoeft te worden met verhalen die ‘wetenschappelijk waar’ zijn. Maar daarin heeft religie geen unieke positie. Integendeel. Kinderboeken proberen met pluizige fictieve figuren belangrijke waarden over te brengen, en angsten te overwinnen. Volwassenen genieten van verzonnen verhalen in boeken, films en tv-series die behalve vermaak bieden, ook onze eigen levens spiegelen.
Ook in de schilderkunst en muziek wordt al eeuwen gebruikgemaakt van niet-bijbelse inspiratiebronnen, zoals de Griekse mythologie. Bijkomend voordeel van deze inspiratiebronnen is dat niemand betwist dat deze verhalen ‘niet letterlijk zo gebeurd’ zijn, waar de echtheidsclaim bij religieuze verhalen nog wel te vaak klinkt.
Ook de claim op de ‘onuitputtelijke’ wijsheid van de Bijbel is nogal fors. De klassieke Chinese, Griekse en moderne filosofie blijken op veel punten beter houvast te geven in het leven dan de christelijke en islamitische ‘wijsheden’.
Maar is religie dan niet uniek in ‘menselijkheid’, bijvoorbeeld in het vrijwilligerswerk? Het is prachtig als mensen vanuit hun religieuze overtuiging iets voor een ander overhebben. Wie kan daartegen zijn? Maar bij een humanistische organisatie als Humanitas doen tienduizenden vrijwilligers hetzelfde. De humanistische ontwikkelingsorganisatie Hivos doet belangrijk werk voor de allerarmsten van deze wereld. Medemenselijkheid is allereerst iets van mensen, ongeacht of ze religieus zijn of niet.
De karikatuur die Wibier maakt van de leegheid van atheïsme en de volheid van religie lijkt een speelse debattruc, maar staat helaas in een wrange context. Wereldwijd groeit de groep ‘ongebondenen’ sterk: na het christendom en de islam zijn atheïsten en mensen die niet bij een georganiseerde religie willen horen de grootste groep wereldburgers. Helaas wordt deze groeiende groep in veel landen verketterd, vervolgd en zelfs gedood, omdat ‘ongelovig’ gelijk zou staan aan ‘immoreel’.
Laat iedereen – orthodox, vrijzinnig, gelovig of atheïst – in vrijheid van elkaars inspiratiebronnen gebruik maken, zonder elkaar tot karikaturen terug te brengen.